fix bar
fix bar
fix bar
fix bar
fix bar
fix bar

Het Nationaal Regieorgaan

Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO; www.nro.nl) is er om de toetsgegevens van leerlingen uit het leerlingvolgsysteem (LVS) te verstrekken aan het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS (CBS; www.cbs.nl) voor het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO; www.nationaalcohortonderzoek.nl). Op basis hiervan zal het NCO de school twee keer per jaar een vertrouwelijk rapport leveren over de leergroei van de leerlingen. Deze rapporten kunnen gebruikt worden voor de schoolscan die scholen verplicht moeten maken voor het ministerie van OCW, om de uitkomsten te monitoren van getroffen maatregelen in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs. De rapporten over leergroei zijn een aanvulling op de jaarlijkse vertrouwelijke rapporten “Hoe gaat het met uw (oud-)leerlingen?”. 

De Cito-toetsgegevens worden gebruikt voor twee doelen: wetenschappelijk onderzoek en kwaliteitszorg van scholen. Om inzicht te geven in de kwaliteit van het onderwijsproces is het belangrijk dat scholen inzicht hebben in de leergroei van hun leerlingen. Hiervoor is het nodig om gegevens over de ontwikkeling van leerlingen op de domeinen rekenen en taal over hun loopbaan bijeen te brengen en te vergelijken met de ontwikkeling van vergelijkbare leerlingen op nationaal niveau. Het NCO gebruikt deze gegevens om aan alle scholen die deze gegevens beschikbaar hebben gesteld een vertrouwelijk, op maat gemaakt rapport te verstrekken over de leergroei bij hun leerlingen. Daarnaast worden de gegevens bewerkt zodat deze niet herleidbaar zijn naar individuele leerlingen of scholen. Met deze gegevens kan in het kader van het NCO wetenschappelijk onderzoek worden verricht binnen de beveiligde omgeving van het CBS. 

De school legt in het LVS gegevens vast over de schoolresultaten van de leerlingen. Sommige van deze gegevens zijn belangrijk voor onderzoek en statistiek (waaronder het NCO). Dit betreft Cito-resultaten van taal- en rekentoetsen. Op basis hiervan kunnen ontwikkelingen en prestaties van de school en andere scholen in kaart worden gebracht. En zo helpen ze mee om het onderwijs te verbeteren op de school en in heel Nederland. Naast de Cito-toetsgegevens van taal en rekenen worden er ook identificerende persoons- en schoolkenmerken geëxporteerd naar het CBS. Het gaat over het BSN, onderwijsnummer, geslacht, geboortedatum, leerling-id, huisnummer- en toevoeging, huisletter, en postcode van iedere deelnemende leerling; en het brinnummer, het vestigingsnummer en de postcode van het vestigingsadres van de school. CBS gebruikt deze informatie om de gegevens aan de NCO-data te kunnen koppelen. Deze identificerende persoons- en schoolkenmerken worden na de aanlevering van deze gegevens door de LVS-leveranciers aan het CBS, door het CBS vervangen door een pseudoniem. Onderzoekers van het NCO kunnen door deze werkwijze nooit informatie over individuen uit de systemen krijgen en zien dus nooit om welke personen of scholen het gaat.